Eerste stop in de rij was Queenscliff, gelegen aan de nauwe ingang die de rustige baai van Melbourne scheidt van de woelige Bass Strait. Torquay in de buurt vormt het surfersepicentrum van Australie waar merken als Quicksilver en Rip Curl zijn ontstaan. Zwemmen mag dan wel levensgevaarlijk zijn door sterke stromingen maar op sommige plaatsen zijn de golven van topkwaliteit voor surfers. Bells Beach even verderop bijvoorbeeld, het bekendste surfstrand van Australie en de plaats waar elk jaar uitgerekend met pasen (!) een wereldkampioenschap wordt gehouden. Helaas was de hele zaak tijdelijk afgelast wegens golfjes tot aan de enkels. Het resultaat waren halflege parkings en surferdudes afwachtend in hun mobilhomes.
Met Cape Otway hebben we vervolgens een van de zuidelijkste punten van het land bereikt. Koala's rijpen er werkelijk in trossen aan de bomen en doen niets anders dan zich af en toe eens omdraaien in de zon. Eenmaal voorbij het regenwoud van het Otway National Park beginnen de bezienswaardigheden pas echt. De Twelve Apostles vormen samen met Uluru en Sydney's Opera House een van de veruit meest gefotografeerde iconen in Australie. We hebben er temidden van de massa gewacht op de zonsondergang en jawel ik heb me zelfs 's morgens vroeg uit mijn bed gesleurd voor zonsopgangsfoto's terwijl Nathalie doorsliep. Verder nog een overvloed aan inhammen, kloven, alleenstaande brokken oude kustlijn en rotsbruggen die af en toe ook eens instorten voor de ogen van velen (terwijl er toeristen opzitten zoals 17 jaar geleden). En als bonus een korte helivlucht waarbij de grilligheid van alles pas echt goed te bewonderen viel.