Ook Australie heeft zijn Limburg. Op het 'vasteland' wordt namelijk nogal eens lacherig en meewarig neergekeken op Tasmanie. Bovendien is de 'achtertuin' in het verleden bij officiele plechtigheden wel al eens over het hoofd gezien. Wie er echter eenmaal is geweest praat er al gauw met ontzag over. De natuur is er namelijk overdonderend en enorme bijna ondoordringbare delen van het eiland zijn sinds mensenheugenis praktisch onaangeroerd gebleven. Daarbij zijn grote gebieden geklasseerd als werelderfgoed, onder andere ter bescherming tegen een al te ijverige houtindustrie of ambitieuze hydro-electrische projecten. Rondrijden in Tasmanie geeft daarenboven pas echt het gevoel aan het einde van de wereld te zitten: een eiland afgesneden van een groter eiland door de woeste Bass Strait, in de zomer geregeld koud en nat weer terwijl elders in Australie de temperaturen al oplopen tot meer dan 30 graden en effectief gebeden wordt om wat regen, de zuidkust gegeseld door antarctische winden en uitkijkend over de Zuidelijke Oceaan met aan de overkant zo'n 3000 km verder de zuidpool.
In tegenstelling tot Australie zelf ligt in Tasmanie alles (relatief) dicht bij elkaar. In twee weken hebben we het hele eiland rondgereden zonder een enkele binnenvlucht te moeten nemen. Dankzij een vriendelijke Tasmaan naast ons op het vliegtuig hebben we meteen een grotere huurauto gekregen voor de hele reis. En wij die de Australiers van het vasteland al vriendelijk vonden ...
Nog meer dan Australie zelf is de jonge geschiedenis van Tasmanie grauw. Zo erg zelfs dat men in het midden van de negentiende eeuw radicaal besliste om de oude naam Van Diemen's Land te veranderen in Tasmanie als een soort schone lei. Niet alleen zijn immers zowat alle Aboriginals meedogenloos en systematisch uitgeroeid maar het eiland heeft ook lang dienstgedaan als een geisoleerde gevangenis voor veroordeelden. Zij werden vaak omwille van een peulschil getransporteerd vanuit Groot-Brittannie naar Tasman Peninsula, een schiereiland in het zuidoosten van Tasmanie waaruit ontsnappen onmogelijk bleek. Een wandeling tussen de stille ruines van de oude gevangenis in Port Arthur geeft nog steeds een kil gevoel bij de onmenselijke omstandigheden waarin de gevangenen gedurende een halve eeuw overleefden.
Met Port Arthur achter ons zijn we begonnen aan de ontdekking van de natuurpracht aan de oostkust van Tasmanie, meestal te voet tijdens lange wandeltochten zoals iedereen. Achtereenvolgens hebben we de loodrechte kliffen van Cape Hauy aangedaan (met dank aan Nathalie voor de foto's wegens hoogtevrees in de benen), de verlatenheid van Maria Island ondervonden en er de getinte Painted Cliffs bewonderd, vervolgens uitgerust op het parelwitte strand van Wineglass Bay met zijn azuurblauwe water (tot onze enkels ingeraakt, te ijskoud). Onderweg hebben we tevens de Tasmanian Devil Park gekruist waar men de beruchte Tasmaanse duivel ziektevrij probeert voort te planten. De natuurlijke populatie in Tasmanie wordt namelijk bedreigd door een mysterieuze en uiterst besmettelijke ziekte wat hun aantal heeft doen kelderen de jongste jaren. Bij de terugkeer van een van de wandelingen hebben we bovendien kennisgemaakt met de Tasmaanse wegenhulp. Na meer dan een uur wachten kwam een oude pickup aangereden met daarin een bejaard koppel en hond om ons met onze platte batterij uit te nood te helpen! Eenmaal weer onderweg hebben we tenslotte nog de fotogenieke Bay of Fires in het noordoosten meegepikt alvorens het bergachtige binnenland in te trekken ...
Natural erosion - Tessellated Pavement, Tasman Peninsula
No comments:
Post a Comment